“Afscheid nemen bestaat niet”, aldus Marco Borsato een paar jaar geleden. Ik hou absoluut niet van die holle, semi-filosofische zinnetjes. En het klopt ook niet.
Het is zaterdag en ik sta in de Spoedkliniek voor dieren. Recht tegenover mij een dierenarts. Op de behandeltafel tussen haar en mij in ligt op een geel dekentje het inmiddels levenloze lichaam van mijn kat Carrie.
Haar mooie leven is zojuist na negentien jaar gestopt. Op een manier die je iedereen zou toewensen. Rustig en zonder lijden. De dierenarts had een duidelijk verhaal over de gezondheid van de grijze viervoeter. Ze wees op de onmogelijkheid daar nog echt iets aan te repareren. Het acute nierfalen dat drie dagen terug optrad, viel te bestrijden. Maar dan zou ik Carrie op z’n laatst over twee weken alsnog moeten laten inslapen, voorspelde ze. Dus over die beslissing waren we het snel eens. Helaas.
Maar ik wist het eigenlijk al toen ik haar een uurtje geleden in de kattenmand deed. Voor de derde opeenvolgende dag alweer. En dat ging iedere dag met wat meer weerstand, want intelligentie en karakter kon ik deze kleine dame niet ontzeggen.
Gebruiksaanwijzing
Ze zou twee prikken krijgen. Eén om haar in slaap te laten vallen, en daarna één om haar écht te laten inslapen. Want zo noemen we euthanasie bij dieren nu eenmaal. De dierenarts hield er rekening mee dat Carrie na de eerste al zou dood gaan ‘omdat het zo’n kleine kwetsbare poes is’.
Ik snapte haar wel maar geloofde het nog niet…
Carrie was inmiddels maar gaan liggen op de behandeltafel. Ze had vandaag blijkbaar geen zin om te proberen er van af te springen. Klein was ze: afgelopen donderdag woog ze nog maar 1,8 kilo.
En de laatste twee maanden at ze juist beter dan ooit. Op advies van de dierenarts stapte ik toen weer over op ‘nat’ voer. En dat bleek een schot in de roos.
Kleine porties. Maar er ging overdag geen uur voorbij of de enigszins demente en sinds januari volledig dove Carrie stond alweer te blèren in mijn werkkamer. Of ik snel het etensbakje wilde bijvullen.
Waar was die vaak hopeloos slecht etende Carrie gebleven?
Ik bewandelde bewust de weg van de minste weerstand, om de bejaarde huisgenoot niet verder uit haar humeur te brengen. En ze was er gezien haar leeftijd gelukkig opvallend goed aan toe.
Totdat ze afgelopen woensdag stopte met eten.
Vuile blik achterom
De eerste prik zou pijn doen, en ze zou er waarschijnlijk op reageren. Zo voorspelde de dierenarts.
Nou: dat klopte! Een korte schreeuw en een vuile blik achterom. Ze had vaak toch al een wat donkere, chagrijnige uitstraling. Maar de pijn was blijkbaar snel over. En binnen een halve minuut zakte het kopje en viel ze in slaap. Ik aaide haar nog altijd onophoudelijk. Ik hoopte maar dat ze dat prettig en vertrouwd vond. Na een minuut of twee ademde ze minder sterk, maar het ging nog wel door.
Dan de tweede, dodelijke prik. Via een pootje rechtstreeks in de bloedbaan. Geen reactie deze keer. En het ademen stopte na – ik denk – een minuut.
Ik stopte voor even met aaien toen de arts wat checks deed, en inderdaad geen hartslag meer voelde.
Uiteraard kwamen er emoties los. Niet eens al te heftig. Die had ik de afgelopen dagen al méér dan genoeg gehad.
Er moesten nog wat zaken doorgenomen worden.
Wat ik wilde dat er met de dode Carrie zou gebeuren?
Dat was niet moeilijk. Ik had die ochtend de website van het dichtstbijzijnde dierencrematorium bekeken. En gekozen voor crematie in een groepje collega-katten en dan de as op zee verstrooien.
Leek me netjes, was redelijk betaalbaar en met haar zus Jamie had ik drie jaar geleden precies hetzelfde gedaan. Vooral daarom!
Fijne herinneringen
Een laatste aai, een laatste blik. Dit was voor mij toch het ultieme afscheid nemen, Marco! Een forse rekening betalen, de lege kattenmand mee. En naar huis rijden.
God, wat was ik moe! De stress kwam er op dat moment wel uit.
En natuurlijk mis ik haar ontzettend. Pas nu realiseer ik me dat een kat die negentien jaar in je huis leeft, heel veel kleine rotsvaste gewoontes heeft. Na de dood van haar geweldige zus Jamie, die naar Carrie toe nogal dominant was, werd Carrie een veel meer aanwezige kat.
Het laatste jaar sliep ze veel, in een vaste hoek op de bank.
En als ik in de keuken stond, ging ze steevast tien centimeter achter me staan.
Mijn blik gaat deze eerste dagen als in een reflex nog steeds automatisch naar de bank. En ik loop nog altijd overdreven voorzichtig als ik in de keuken bezig ben. Dat slijt wel.
De herinneringen slijten niet, hoop ik. Want het was een ontzettend leuke, gemakkelijke en tot op hoge leeftijd volledig gezonde kat.
Toch nog even sentimenteel doen: ik vond het frappant dat Carrie de laatste uren voor haar dood nog op een aantal plekken ging liggen waar ze ‘vroeger’ heel vaak kwam, maar de laatste tijd niet meer.
Eerst boven op zolder, waar ze vooral met warm weer graag was. Op zolder was het altijd nog een graad of wat warmer.
Daarna een paar minuten languit op de tegels achter in de tuin, lekker in de zon.
En tenslotte in de vensterbank, toen ik even met een buurman in de voortuin stond.
Ik vond dat erg opvallend.
Je wordt bedankt Carrie, omdat je negentien jaar lang zo’n fantastische kat was!
PS Voor de fans:
ik vind Marco Borsato een heel aardige kerel hoor. En zijn hart zit absoluut op de goede plek. Maar zijn muziek en zijn teksten… sorry!