Plotseling is hij daar weer. Om in de populaire talkshow uit te leggen hoe zijn brood vandaag de dag op de plank komt. Een wat saai stemgeluid met licht accent. Woorden komen hortend zijn mond uit. Zo op het oog nog altijd een sympathieke uitstraling. Op een vraag van de interviewer bevestigt hij dat alledrie zijn huizen nog steeds te koop staan. Vanwege dat brood en die plank, legt hij uit.
Hij bestrijdt zijn hele leven al dat –ie ijdel is. Hij, de bankeigenaar die veel Nederlanders in staat stelde zich suf te consumeren en de prachtigste hypotheken af te sluiten, is niet ijdel. Dat hij zijn initialen leende aan de bank die lang zijn levenswerk was, zegt echt niets over ijdelheid. Toch kan ik vandaag de dag niet één andere grote bank bedenken met een naam die naar de eigenaar verwijst. Of bestaat er echt een meneer Fortis? Of mevrouw Fortis? Nog onwaarschijnlijker, omdat je in de bankenwereld zelden een vrouw als boegbeeld ziet. Houden zo, dames!
En als je dan een museum opricht van je overgeschoten geld, dan noem je dat bescheiden het Dirk Scheringamuseum. Verbaas me er over dat de clubnaam AZ mocht blijven bestaan. Hij zorgde toch voor het brood op de plank van de spelers?
Hij vertelt over zijn nieuwe bedrijf. Mijn gedachten gaan eerst naar de talloze Nederlanders met een loodzware financiële last om hun nek. Wurgpolissen, hypotheken die door de financiële crisis je huis onverkoopbaar maken. Allemaal zaken die Dirk jaar-in-jaar-uit promootte. De ellendige kant hiervan weerspreekt hij al die jaren fel. Zijn bijna filantropisch opererende bedrijf zorgt immers voor brood op de plank bij zowel personeel als klanten, vindt Dirk.
Uitsluitend anderen zorgen voor het plotse failliet van zijn imperium. Niks verkeerd bedrijfsbeleid, niks financiële crisis. De Nederlandsche Bank, minister Bos, dat zijn de boosdoeners! Maar “het failliete bedrijf maakt weer winst en de gedupeerden krijgen het grootste deel van hun schade vergoed.” De interviewers vragen niet door. Jammer, want ik begrijp dit soort mededelingen nooit. Toegegeven: ik ben een financieel onbenul. Het nieuwe bedrijf is een factoringcompany. Zakenpartner advocaat Koops zit naast hem aan tafel. Koops kijkt altijd erg verschrikt, alsof hij net een zuurtje inslikt waarop nog minutenlang gezogen had kunnen worden. Bij u of bij mij verdwijnt die blik na een tel. Bij Koops staan de ogen voor eeuwig zo. Koops en Dirk leggen uit hoe factoring werkt. Lastig verhaal, vind ik. Het zorgt vast voor veel brood op de plank.
(dit bericht is een huiswerkopdracht voor mijn cursus Columns Schrijven)