Vorige zondag was ik in Rotterdam op de slotdag van het North Sea Jazz Festival. Niks bijzonders misschien; er waren nog zeker 25.000 andere bezoekers. Maar voor mij was het wel speciaal om na een pauze van een jaar of zeven me weer eens in de muziekstroom te storten die we – in ieder geval dit weekend – jazz noemen.
Bij de Haags-Scheveningse versie van het NSJ was ik jarenlang vaste klant. Meestal ging ik meerdere dagen naar het Congresgebouw en dook met veel plezier onder in de mensenmassa. Genoot van bluesgiganten als BB King, Luther Allison of Buddy Guy; luisterde naar heel wat jazzmuziek die ik normaal nooit in mijn stereo zou stoppen, en zag toppers als Van Morrisson en Carlos Santana. Voelde me als een vis in het water bij het door Paul Ackett bedachte festival.
Maar het karakter van het festival veranderde. Steeds méér popmuziek zonder echte link naar enige jazzvorm. Veel bezoekers kwamen slechts voor het ‘avondje uit’ en niet voor de muziek, en gedroegen zich daarnaar. Het aantal bezoekers werd ook veel te groot. Meer dan eens kwam je een zaal van een artiest niet meer in, ook al stond je er al een uur vóór het begin! En de toegangsprijzen en die van de catering groeiden net zo hard mee. Kortom: ik haakte af en vond het niet eens zo erg!
Een paar jaar geleden verhuisde het NSJ om allerlei redenen van Den Haag naar Rotterdam Ahoy’.
Het trok me sindsdien nóg minder. Tenminste: dat dacht ik. Want een paar weken terug ging het kriebelen. Hoe zou de sfeer zijn in Ahoy’? Is het inmiddels weer wat meer een jazzfestival geworden? Zal er meer ruimte zijn in Ahoy’ dan in het verouderde Congresgebouw? Wie spelen er deze keer eigenlijk?
Die laatste vraag lost zich op via de website, en binnen enkele minuten zit ik al te twijfelen tussen de vrijdagavond (BB King en Paul Simon) en de zondagavond (Jan Akkerman en Tom Jones). De populairste avond – de zaterdag – is voor mij het minst aantrekkelijk. Ik kies voor de zondag. Na betaling van 97 euro voor de dagkaart wordt me duidelijk, dat op dit punt de tijd zeker niet heeft stilgestaan. Ik laat de plusconcerten aan me voorbij gaan, inclusief Prince wiens muziek me geen millimeter boeit.
De zondag blijkt een goede keuze, alleen al qua weer. Warm en zonnig; perfect festivalweer, terwijl het vrijdag en zaterdag veel regende. Half vier. Ahoy’ loopt vol. Ik maak een eerste verkenningsrondje. De grote Nile-hal (alle podia zijn genoemd naar een rivier) is praktisch leeg, een klein uur voor het begin van de Jan Akkerman Band. Het valt me op dat alle doorgaande routes ruim opgezet en hel verlicht zijn. De horeca is veelzijdiger dan in Den Haag, ongeveer net zo duur. De kwaliteit van het eten blijkt later wat minder te zijn dan destijds. Gelukkig ook diverse buiten-podia: belangrijk voor de sfeer!
Het eerste concert dat ik volledig bijwoon is Jan Akkerman. Nog nooit live gezien, maar staat wel al lang op mijn lijstje. Het concert en de band zijn goed. Genoeg jazzraakvlak qua muziekkeuze. Bekende trompettist Eric Vloeimans speelt paar nummers mee, net als later een paar rappers (not my piece of cake). Akkerman speelt nog altijd virtuoos, prachtig! Zelfs een erg originele cover van Paul Weller’s You do something to me, misschien wel mijn all-time favorite popsong! Aan het eind de bekende Focus-hits uit de jaren 70. Ook prachtig, eerste keer dat ik die live hoor. Kortom: perfect concert, en ik krijg het steeds beter naar mijn zin!
Dan eerst een stukje Dr. John: een leuke, beetje gekke Amerikaan die al sinds de Sixties in de scene zit. Maar het geluid in de Maas – de ‘echte’ Ahoy’ zal ik maar zeggen – is erg slecht. Iedere percussietik hoor je even later uit de lege achterzijde van de zaal nog een keer langskomen. Even een klein uur rondkijken, wat drinken, wat eten.
En dan weer terug naar de Nile, op naar Tom Jones. De zaal is opvallend leeg, kort voor het begin. Ik sta bijna vooraan. Vanaf het eerste nummer speelt de 71-jarige Tom de zaal helemaal plat. Alle hits komen voorbij, leuke chats tussendoor ter toelichting, hij vergeet de soul en funky nummers niet. Kortom: wat mij betreft de grootste verrassing van de avond. Wat een showman, wat een ervaring, en wat een stem niet te vergeten! Absolute top, en een perfecte band. Als ik rondkijk, zie ik dat de tribunes en de zaal inmiddels afgeladen zijn! Mooi, Tom krijgt de waardering die hij verdient. Dat ik déze man niet eerder heb zien optreden, is duidelijk een fout geweest.
De rest van de avond vul ik met minder grote namen. Een klein stukje Eddie Palmieri Quartet: leuke vrolijke jazz. James Blake: niet de Amerikaanse tennisser maar een tip van vrienden. Hele aparte muziek met veel vreemde geluiden en stemmen, maar zeker boeiend. Als de zaal niet zo adembenemend vol en warm was geweest, was ik wat langer gebleven. Zuurstof, zuurstof!!
Ook nog Schradinova, de band rond zangeres Janne Schra. De vroegere zangeres van Room Eleven. Een leuk enthousiast concert met goede musici en mooie muziek. Janne is een erg goede zangeres die veel contact zoekt met het publiek. Dat gaat soms niet helemaal vlotjes; nog maar eens proberen in een kleinere zaal, dan lukt het vast beter. Mijn laatste stop is het Branford Marsalis Quartett. Velen met mij waren hetzelfde van plan. De zaal is afgeladen en nu zelfs afgesloten. Dit gaat even niet lukken voor mij.
Jammer, een wat abrupt einde.Maar de dag was meer dan geslaagd, het NSJ in Rotterdam is top verzorgd en voor herhaling vatbaar. Paul Ackett zou tevreden zijn.
Leuk verslag Jos. Zo te lezen zit je er volgend jaar weer ;o)
Jan