Voor de zesde keer in zeven jaar ben ik erbij, als The Zombies afgelopen vrijdag in de Zoetermeerse Boerderij optreden. Het lijkt misschien of deze band al een eeuwigheid bestaat. Nou, dat klopt ook wel, want ze vieren in 2011 hun 50th Anniversary. Logisch dat veel jongeren ze niet kennen en net zo logisch, dat de gemiddelde leeftijd van het publiek hoger ligt dan mijn 53 lentes. Eén van de leuke kanten van The Zombies vind ik, dat de bepalende gezichten van de Britse band nog altijd van de partij zijn: Rod Argent en Colin Blunstone. Over hen verderop meer.
Als Colin en Rod way back in 1961 voor de allereerste keer willen repeteren, worden ze geholpen door Jim Rodford, een plaatsgenoot van Rod Argent. Jim is een uitstekende bassist, maar hij speelt niet mee met the boys. Wel regelt hij de apparatuur, en geeft tips aan de 16-jarigen Colin en Rod (hun geboortedagen liggen slechts 10 dagen uit elkaar)
Grappig is dat Jim zich wél bij The Zombies aansloot toen Argent en Blunstone in 2004 de band nieuw leven inbliezen. Jim had eerder in Rod’s band ‘Argent’ gespeeld en daarna maar liefst achttien jaar bij The Kinks. Rodford is nog steeds een uitstekende bassist. Maar met zijn kleine postuur, kalend hoofd en ogenschijnlijk tandeloze mond moet ik in het begin altijd even gniffelen om zijn verschijning. (Doet een beetje denken aan het kleine, oude mannetje dat de flauwiteiten van wijlen Benny Hill nóg zoutelozer maakte). Maar aan het eind van het optreden is er slechts bewondering voor het goede spel van Rodford. Zijn zoon Steve is overigens sinds 2004 de drummer van The Zombies, en beheerst nog veel meer instrumenten. De appel en de boom, je kent het gezegde.
Steve Rodford is een zeer goede drummer, strak en stevig. Zijn houding achter de drums doet vreemd aan. Hoofd meestal strak naar links of naar rechts gedraaid. Bovenlijf achterover hellend alsof hij op een achtbaan van de grootste hoogte in de diepste diepte wordt geschoten. En dan maar rammen met die stokken! Vreemd misschien, maar zijn spel is goed en daar gaat het om.
De gitarist zit nu 18 maanden bij de band, maar ik kende hem nog niet: Tim Toomey. De voorgaande keren bewonderde ik Keith Airey – wat een veelzijdig talent is dat – maar Toomey blijkt ook erg goed. Vooral op de akoestische gitaar, als je op het publiek afgaat. Maar ik vond hem ook heel goed op de elektrische snaren.
Komen we bij de hoofd-Zombies.
De bekendste is ongetwijfeld Colin Blunstone. Na de eerste zes jaar Zombies heeft de man onder andere een best succesvolle soloperiode gehad. Later heeft hij een wereldhit met Alan Parsons Project door Old and Wise te zingen. En nu alweer een tijd terug bij The Zombies. 66 jaar oud. Zijn soms wat iele en hoge stem is nog steeds onovertroffen. Colin beweegt zich nauwelijks op het podium, maar als hij even geen zangpartij heeft, doet -ie drie stappen terug, sluit zijn ogen, kin een beetje omhoog en lijkt weg te zweven. Zijn armen slap langs het lichaam, en maar met zijn vingers knippen. En zijn mond gaat vaak langzaam open en dicht, als een guppy naast de vissenkom. Die omhoog staande kin gunt ons een blik op een nek die wat aan die van een kalkoen doet denken. Maar niet vreemd toch, op die leeftijd? Zijn donkere haar (ongetwijfeld geverfd) is lang en golvend. Het zwarte pak met zwart t-shirt maakt het beeld compleet. Een nette, bijna modieuze verschijning.
Hoe anders is dat bij Rod Argent. Argent is een enigszins woest uitziende toetsenist die vaak over zijn Hammond en andere keyboards hangt als hij zijn solo’s afwikkelt. Rafelige spijkerbroek, grijs t-shirt, lang haar en een zichtbaar goed afgetraind lichaam. Als je dichtbij genoeg staat, kun je zijn woeste oogopslag zien. Grappig is dat hij prachtig, verstaanbaar en accentloos Engels spreekt. Argent praat de meeste nummers aan elkaar en zijn verhalen over songs en (ex-)bandleden zijn leuk en goed te volgen. Solo’s zijn vaak lang maar erg vast, en ik vind ze gewoon prachtig. Bij sommige nummers spelen de keyboards een ondergeschikte gevoelige rol en ook dat gaat Argent goed af.
Maar wat spelen ze dan? Nou, veel nummers die ze iedere keer weer spelen. En het leuke is dat veel mensen vaak niet weten dat die wel degelijk bekende nummers van The Zombies, Argent of Blunstone zijn. Time of the Season was hun grootste hit, wrang genoeg toen ze eigenlijk nét uit elkaar waren. Andorra, What becomes of the broken hearted, Hold your head up, Mystified, I don’t believe in miracles, She’s not there (jazeker!), God gave rock ’n roll to you. Okay Summertime is van een zekere G. Gershwin, maar The Zombies maakten er een hit van.
Eerder dit jaar komt hun nieuwe album uit: Breathe Out, Breathe In. En ook daarvan spelen ze een paar erg goede songs. Kortom: nog altijd griezelig goed, die Zombies. Op naar de 51, en tot volgend jaar.