Vanmorgen ga ik, nieuwbakken OV-gebruiker voor m’n woon-werkverkeer, voor de eerste keer in de fout. Want de op tijd vertrekkende bus kan ik alleen maar nét nog zien wegrijden. Eigen schuld, dikke bult. Dan kun je een kwartier gaan staan wachten, maar ik besluit naar de volgende halte te wandelen. Een kort stukje.
Daar sta je dan maar een beetje voor je uit te kijken, terwijl dorpsgenoten met maandagmorgenblik op weg naar hun bureau voorbij tuffen. In mijn ooghoek zie ik een wandelaar aankomen, met hondje aan de lijn. Ik doe een stap naar achter, om ruim baan te geven. De man doet me denken aan Leslie Nielsen, de net overleden komische acteur. Wel wat ouder, en een grote gehavende neus. Ik vermoed een ex-tuinder, waarvan er veel zijn in mijn dorp.
Zonder dat ik het eerst door heb, schiet er ook nog een forse, wit-met-een-beetje-zwarte kat achter me langs. Het dier huppelt op een grappige manier een meter of tien achter de man en zijn hondje aan. Af en toe staat de kat stil, kijkt met lang uitgerekte nek over de lage begroeiing – als een leeuw die een zebra op de Afrikaane savanne beloert – en besluit na een paar seconden de man met de hond weer te volgen. Er is toch geen lekkere prooi te overmeesteren. De kat maakt een tussensprintje om de snel opgelopen achterstand in te lopen en hetzelfde tafereel herhaalt zich een paar keer.
Pas na een meter of tachtig realiseer ik me dat de kat net zo goed bij de man hoort, als de hond. De hond wordt aan de lijn uitgelaten, en de kat besluit in de slipstream hetzelfde blokje om te nemen.
Een ongelooflijk leuk gezicht dat ik nog niet vaak gezien heb: een kat die wordt uitgelaten! Mijn dag kan niet meer stuk. Een kleine tweehonderd meter verderop zie ik ze alle drie linksaf slaan. De bus komt op tijd.